donderdag 10 mei 2012

Kwijting en kwijting is 2.

De laatste dagen werd ik volledig in beslag genomen door de beurs waar wij met Retec aan deelnemen - ten onrechte, blijkt nadien - véél en véél te weinig bezoekers voor deze Brusselse editie van Automation & Engineering. Maar dit terzijde.
Mijn dosis actualiteit sijpelt daardoor iets trager dan anders binnen - en bereikt me dan meer langs sociale media, dan langs kranten of radio

Gisteren bakken tweets over de Dexia-kwijting. 
En als ik deze morgen in de file gelukkig nog een stukje 'de ochtend' meepik- dan hoor ik dat bijna iedereen zich kwaad maakt over de kwijting die de verantwoordelijken van de Dexia-crisis gekregen hebben.
Ik weet niet hoe dat bij u zit, maar als ik kilometers vreet, dan gaan de gedachten snel.
Ik zat aan die kwijting te denken. 
En weet u, ....een maand of twee geleden heb ik  ook een kwijting gekregen, 
of beter... mijn vader .... 
Zaliger. 

Hoe dat kwam ?

Mijn vader was ondernemer. Hij was trader in tapijt. Hij ontwikkelde nieuwe collecties, liet die weven bij thuiswevers en verkocht die met succes op de buitenlandse markten. Met zijn Japanse Award van "Carpet of the Year " brak hij door .... en moest hij bijgevolg meer investeren in een grotere collectie. Hij klopte aan bij de bank (toen nog Generale Bank) om dit mee te financieren, tekende persoonlijke borg, en ging ervoor. 
Toen in 1992 de eerste crisis in de textiel losbarstte, was mijn vader bij de eersten om onderdoor te gaan. Op 12 oktober 1992 moest hij de boeken neerleggen. 

Ik herinner me die dag als gisteren. Een team van gerechtsdeurwaarders kwam ons huis binnen, trok alle kasten open, schroefde de nummerplaat van onze wagen, telde borden en bestek, schatte luidop de waarde van ons oude salon,....
Een messteek - maar we waren allemaal thuis, samen sterk als gezin, om deze nederlaag te dragen.
Na de openbare verkoop van ons huis en inboedel, bleef een openstaande schuld aan de Staat over van  ongeveer 2 kwartalen sociale lasten voor mijn vader. (Gelukkig had hij geen werknemers in dienst)


Mijn ouders (toen 56 en 54 jaar oud) vonden na 1 maand werk als conciërge, verhuisden naar Waals Brabant, waar ze het huis verzorgden van een rijke Koreaanse industrieel. (Dat de kostprijs voor het jaarlijks onderhoud van dat huis, vele keren de waarde van het faillissement van mijn vader bedraagt - dat laten we even in het midden). 

Elk jaar bij de belastingsaangifte, ging het bedrag dat mijn ouders terug zouden krijgen, stipt terug naar de staatsschuld die nog openstond . Dat was maximum een €250 per jaar.

Mijn moeder stierf een paar jaar na het faillissement. Wij moesten als kinderen haar erfenis weigeren - want Vadertje Staat belde ons  minder dan 10 dagen na haar overlijden, om te melden dat wij nu erfgenaam van de schuld waren. (ik laat weer in het midden wat dat emotioneel gezien betekent als kind- mijn ouders hàdden helemaal niets, er viel niets te erven, ... maar emotioneel is het alsof je afstand moet doen van je ouders. Vreselijk is dat).

Mijn vader ging in 1998 met pensioen en verhuisde terug naar het Texas van West-Vlaanderen, om dichter bij ons te zijn. Mijn zus en schoonbroer kochten een huisje voor hem, want met zijn karig pensioen kon hij geen normale huur betalen. Hoewel hij vocht tegen de eenzaamheid en het verdriet, bleef hij kranig volhouden.
Elk jaar opnieuw meldden de belastingen het heugelijke nieuws dat "gezien de openstaande schuld ten opzichte van de staat" mijn vader zijn belastingsteruggave van €250 niet gestort zou worden. (Door de eindeloze intresten op die twee kwartalen sociale lasten, kon mijn vader de put onmogelijk vullen.)

Twee en een halve maand geleden stierf mijn vader.
Als erfgenamen stonden wij opnieuw voor de plicht om de erfenis van mijn vader weigeren.
Toen ik de belastingsdienst belde, om te horen welke stappen ik hiervoor moest ondernemen, zei de dame aan de andere kant van de lijn dat, aangezien mijn vader geen énkele bezitting had, zij de nog openstaande schuld van €1100 kon kwijtschelden. 
Ik kon mijn oren niet geloven.
Precies 20 jaar (u leest het goed : TWINTIG JAAR) na zijn faillissement mocht er eindelijk een doek vallen over de hele affaire. 

Had mijn vader dàt nog kunnen horen, ik ben zeker dat hij rustiger gestorven zou zijn. 
Want hij bleef zitten met een schuldgevoel, met een gevoel mislukt te zijn, en vooral het gevoel een verschoppeling te zijn, een last voor de maatschappij, met die schuld die zwaar op zijn schouders woog.
De laatste dagen van zijn leven heeft hij dat dikwijls herhaald. 


Ik, daarentegen, ben trots op mijn pa. Voor zijn ondernemerschap en lef.
Hij was een dood-eerlijk en uiterst plichtsbewust  man.

Dat rijke, wereldvreemde politici en zelf verklaarde managers een kwijting krijgen voor de miljoenen schulden die ze maakten 
waarmee ze de volledige Belgische bevolking de das omwringen,
neen, dat gaat er bij mij niet in.
Echt niet.

Uit diep respect voor mijn vader, weiger ik dit te begrijpen, te aanvaarden, of er rust in te vinden.
Ik verfoei mensen die gewetenloos kunnen handelen op de kap van anderen,
ongestraft fouten mogen maken zonder enige spijt te betuigen,
premies mogen opstrijken voor NIET geleverde diensten,
terwijl kleine ondernemers een leven lang achtervolgd worden voor twee (2) kwartalen niet betaalde sociale lasten, voor wie niemand in de bres springt, hoewel ze hun hele hebben en houden verloren hebben. Hoeveel ondernemers zijn er niet als mijn vader ?

Heren en dames politici, 
heren en dames bankiers,
dit is mijn pa.
Ik hoop dat zijn verhaal u vannacht wakker houdt,
en ik hoop dat u zich diep, 
maar dan ook héél diep schaamt.




Katrien